Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
   archief januari 2006
archief december 2005
archief september 2005
archief juli 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief augustus 2004
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Relatie tussen gezondheid en milieu: grijs gebied vol risico’s
Steven de Jong Gepost:     maandag, 9 mei 2005, 13:00
Van:     < Steven de Jong >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Wat is de relatie tussen gezondheid en milieu? Een greep uit een aantal rapporten van toonaangevende onderzoeksinstituten: ‘7.500 doden per jaar in Nederland door uitlaatgassen’, ’20 procent ziektelast te wijten aan milieufactoren’, ‘milieuverontreiniging oorzaak van 75 procent kankergevallen’. Hoewel verontrustend, leiden deze cijfers niet vanzelfsprekend tot aanscherping van milieubeleid of het intensiveren van de risicocommunicatie naar burgers toe.

De Europese Commissie erkent dat de gezondheidseffecten onderschat zijn, maar tot ingrijpende maatregelen komt het niet. De relatie tussen gezondheid en milieu is na de industrialisatie niet alleen voortdurend onderwerp van studie geweest voor toxicologen, maar ook punt van discussie voor beleidsmakers en politici. Onzekerheden in de risicoschatting worden verwerkt in veiligheidsfactoren, maar overheidscommunicatie over milieurisico’s blijft in gebreke. Normen voor kankerverwekkende stoffen worden soms tot een factor vijftig overschreden, omdat er veelal geen praktische alternatieven zijn.

Complexe relatie gezondheid en milieu
Waar het risico op een calamiteit door het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen nog enigszins kwantificeerbaar en communiceerbaar is met behoud van een beperkt aantal aannames, zijn gezondheidsrisico’s van milieufactoren moeilijker te identificeren. Schadelijke gezondheidseffecten vloeien immers voort uit uiteenlopende combinaties van genetische aanleg, levensstijl, cultuur, sociaal-economische factoren, voedingspatroon, medicijngebruik, geografische locatie, klimaat en stressfactoren. Dan zijn er nog de biologische mechanismen, zoals ophoping van verontreinigende stoffen in de voedselketen, waardoor concentraties in levende organismen vele duizenden keren hoger kunnen zijn dan in het omringende milieu.

Individuele combinatie van milieufactoren
De effecten van combinaties van stoffen zijn niet zondermeer op te tellen. Stoffen kunnen elkaars effect versterken, danwel afzwakken. Daarnaast speelt de tijdschaal mee, in het menselijke lichaam worden de effecten van opname van dioxines, asbestvezels en PCB’s pas na vele jaren of in veel gevallen zelfs helemaal niet zichtbaar. Ook wordt ieder individu blootgesteld aan zijn eigen combinatie van milieufactoren. Als kind kan iemand blootgesteld zijn aan broomhoudende vlamvertragers in moedermelk, overmatige UV-straling op het strand of tabaksrook in de woonkamer. Dat heeft invloed op iemands weerbaarheid in zijn of haar volgende levensfase. Het maakt dan verschil of iemand een kantoorbaan krijgt of dagelijks blootgesteld wordt aan chemische stoffen in een fabriek.

Onzekerheden verwerkt in veiligheidsfactoren
Deze onzekerheden hebben hun weerslag op het milieubeleid. Beleidsmakers die de normen vaststellen voor verontreinigende stoffen, en onderzoekers die hen daarin adviseren, zijn zich daar terdege bewust van. Het is voor hen onmogelijk alle genoemde factoren te verwerken in de risicoschatting. Daarom gaat men niet alleen uit van aannames, maar worden er ook zeer belangrijke factoren - die veelal persoonsgebonden zijn - buiten beschouwing gelaten. Deze onzekerheden worden verwerkt in veiligheidsfactoren. De dosis waarvan uit experimenten blijkt dat er een gezondheidseffect optreedt, wordt in de normering veelal gedeeld door 1000. De normering van concentraties in water, bodem en lucht – en vergunningen voor de industrie – worden daarop afgestemd.

Ziek van het milieu
Dat mensen - ondanks de handhaving van milieunormen - ziek worden van het milieu blijkt uit ieder onderzoek, maar de ramingen over het werkelijke gezondheidsverlies lopen sterk uiteen. Een paar cijfers…

‘20 procent ziektelast te wijten aan milieufactoren’
De Berkeley University of California komt in het rapport ‘How much global health is attribute to environmental factors’ tot de conclusie dat 20 procent van de totale ziektelast in de geïndustrialiseerde landen te wijten is aan milieufactoren. Het Europees Milieuagentschap te Kopenhagen durft te stellen dat het aantal mensen dat als gevolg van luchtverontreiniging overlijdt, 60.000 per jaar bedraagt in 124 steden van Europa met in totaal 80 miljoen inwoners. Over de ziektelast door milieufactoren is het ministerie van VROM aanmerkelijk positiever. Slechts 2 tot 5 procent zou toe te schrijven zijn aan milieufactoren, waarin naast de kwaliteit van lucht, ook bodem en water zijn meegenomen.

‘75-80 procent kanker te wijten aan milieufactoren’
Ook de Vlaamse overheid heeft getracht de relatie tussen gezondheid en milieu te kwantificeren. In de ‘Maatschappelijke beleidsnota Milieu en Gezondheid’ stelt ze dat 75 tot 80 procent van de kankergevallen in de geïndustrialiseerde wereld te wijten is aan milieufactoren. Het rapport stelt dat er in de periode tussen 1974 en 1994 een toename van 40 procent is van huidkanker en dat in Antwerpen tussen 1992 en 1997 het aantal astmagevallen met 30 procent is gestegen.

‘3-5 procent sterfte in NL door luchtverontreiniging wegverkeer’
In Nederland lopen de ramingen van het aantal doden als gevolg van luchtverontreiniging door wegverkeer uiteen van jaarlijks 4.000 tot 7.500 doden, ongeveer 3 tot 5 procent van de totale sterfte. Spreken we over de emissie van fijn stof – de verzamelnaam van zwevende deeltjes in de lucht kleiner van 10 micrometer – dan omvatten de langetermijneffecten nog een groter aantal mensen. Men denkt dat 10.000 tot 15.000 personen daardoor voortijdig komen te overlijden. Bronnen van fijn stof zijn roet uit dieselmotoren en uitstoot door industrie, elektriciteitscentrales, open haarden, houtkachels, allesbranders en barbecues. Maar ook natuurlijke bronnen, zoals zeezout en stof vanuit de bodem. In Nederland komt het meeste fijn stof, ongeveer 70 procent, vanuit het buitenland.

Stralingseffecten
Verder spelen stralingseffecten een rol. Over elektromagnetische straling door UMTS-masten, GSM-basisstations en hoogspanningsleidingen is weinig bekend, maar doen wel de wildste verhalen de ronde. Van radon, een radioactief edelgas, is in wetenschappelijke kring meer bekend. Als het uiteenvalt in andere stoffen kunnen die zich gaan hechten aan zwevende deeltjes, welke zich aan het longweefsel hechten en longkanker kunnen veroorzaken. Uit onderzoek blijkt dat radon met name extra risico's oplevert in combinatie met roken. Binnenshuis kan het radongehalte oplopen tot schadelijke concentraties, omdat het verwerkt is in bouwmateriaal.

‘800 kankergevallen per jaar door radon in huizen’
Vanaf de jaren ’70 is de radonconcentratie in nieuwbouwwoningen met 50 procent toegenomen. In de huidige bouwmaterialen komt radon namelijk makkelijker vrij. Ook de betere isolatie van nieuwbouwwoningen zorgt voor een hogere concentratie, aangezien de lucht daardoor minder vaak ververst wordt. Volgens de Gezondheidsraad leidt blootstelling aan radon binnenshuis in Nederland tot 800 extra gevallen van longkanker en is de gemiddelde kans per jaar om te overlijden aan radon 1 op de 20.000. Daarmee ligt het gezondheidsrisico boven het zogeheten Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR). Voor kankerverwekkende stoffen betekent deze MTR dat blootstelling aan een bepaalde stof hooguit 1 extra sterfgeval per jaar per miljoen blootgestelde inwoners mag veroorzaken. Omdat vrijwel iedereen aan radon wordt blootgesteld, is het risico voor radon dus 800 per 16 miljoen ofwel 50 sterfgevallen per miljoen mensen per jaar. Een overschrijding van de norm met een factor 50.

Onzekere milieurisico’s worden niet gecommuniceerd
Hoewel de schattingen sterk uiteenlopen, causale verbanden veelal in het ongewisse blijven en allerlei andere factoren voor ruis zorgen in de onderzoeksmethodieken, wordt de ernst van milieugerelateerde gezondheidsrisico’s wel duidelijk uit de vele onderzoeken. Een ernst die vaak gebagatelliseerd wordt door de vorengenoemde onzekerheden. Deze onzekerheden, ofwel de onbekendheid met milieurisico’s, hebben niet alleen invloed op het milieubeleid, maar ook op het risicobewustzijn en de risicocommunicatie. Risico’s die niet met harde cijfers onderbouwd kunnen worden, worden niet gecommuniceerd.

EU-commissie pleit voor integrale benadering
In het rapport ‘Een Europese strategie voor milieu en gezondheid’ wijst de Europese Commissie de Europese instituties op de noodzaak tot verder onderzoek en reeds aangetoonde, verontrustende, relaties tussen volksgezondheid en milieu. Bij eerdere milieu-evaluaties lag de nadruk op de effecten van individuele verontreinigende stoffen. Dit heeft volgens de Europese Commissie tot een eenvoudiger aanpak, maar wellicht ook tot een onderschatting van de werkelijke gezondheidseffecten geleid. Daarom is er volgens de Commissie een geïntegreerde benadering nodig. Dit maakt de evaluatie van de algehele milieueffecten op de gezondheid van de mens transparanter en efficiënter. Het houdt bijvoorbeeld rekening met gecombineerde blootstelling en cumulatieve effecten.

Context:
In samenwerking met advies- en ingenieursbureau DHV doet Politiek-Digitaal momenteel een onderzoek naar hoe milieueffecten op de volksgezondheid via nieuwe media het beste gecommuniceerd kunnen worden. De onderzochte thema's - risicobeleving, risicoschatting, risicocommunicatie, ICT, bestuur en beleid - vormen de leidraad in het dossier 'Ziek van het milieu?', waarvan dit artikel deel uitmaakt.

Bekijk reacties (2) Post reactie