191 reizigers vonden de dood op het Madrileense spoor, voor ruim vijftig Londenaren was eenzelfde lot beschoren, maar als het om het ontwrichten van samenlevingen gaat, geniet Nederland nog steeds de twijfelachtige eer het diepst getroffen te zijn door terroristisch geweld. Dat laatste hebben wij niet aan die ene moord van Mohammed B. te danken, maar aan onszelf.
Terecht stelde Geert Mak in zijn pamflet ‘Gedoemd tot kwetsbaarheid’ dat in Nederland “de kelders” opengingen, dat er volop “handel in angst” werd gedreven. Door opiniemakers, politici en de media in het algemeen. Ja, de media in-het-algemeen. Want waar de publieke omroep in andere landen een stabiliserende functie in crisistijd vervult, stookten Nova, Buitenhof, Netwerk, 2Vandaag de veenbrand zonder gêne op tot een uitslaande brand. Het tolerante landje aan de Noordzee veranderde in de ogen van de New York Times in een “Polder of Evil”. De Italiaanse staatstelevisie meende dat wij afgezakt waren tot een “verloren paradijs”.
Nu stelde Mak nog dat in de buurthuizen, op straat en in de verenigingen het leven van de doorsnee burger gewoon doorging. Dat de bevolking als geheel niet radicaliseerde. Maar hoe kon het dan zo zijn dat Geert Wilders in nog geen twee weken na de moord in de peilingen uitgroeide tot tweede partij van Nederland? Schijntolerantie maakte plaats voor xenofobie. Het handelen in angst had zijn vruchten afgeworpen. Nadat op 6 mei 2002 ‘de democratie was vermoord’, werd het ‘omleggen van de vrijheid van meningsuiting’ de druppel die de emmer deed overlopen. Nederland boog niet voor terreur, maar stond op haar achterste poten. Het maakte Mohammed B. tot een groots Jihadstrijder. Het enige waar hij rouwig om lijkt te zijn is het feit dat hij niet als martelaar is gestorven, maar getherapeutiseerd gaat worden in een TBS-kliniek.
Hoe anders is de reactie van de Britten? Hoe anders zijn de krantenkoppen de day after? Anders dan de Nederlanders, laten de Britten zich niet kisten. Alles doen ze eraan om het ‘gewone leven’ weer op te pakken. Tegen het advies van forensisch onderzoekers werd de metro de dag erna weer in gebruik genomen, gevuld met mensen die ‘m op ‘7/7’ ook namen. Waar Nederlandse politici na 2 november moord en brand schreeuwden, loodste burgermeester Ken Livingstone zijn burgers door de crisis en prees hen om hun bewaarde kalmte. “Het maakt niet uit wat jullie doen. Jullie krijgen ons nooit kapot. Dit blijft een stad van vrijheid waar mensen naast elkaar in harmonie kunnen leven", was zijn boodschap aan de terroristen. Van links tot rechts had de Nederlandse politiek na 2 november een geheel ander antwoord. Wouter Bos noemde de moord de “Nederlandse 11 september”, om nog maar niet te spreken van wat het Kabinet allemaal uitkraamde.
De Britten worden momenteel terecht geroemd om hun crisis- en risicocommunicatie. De bevolking was goed voorbereid op een aanslag. “Meldt het als u iets verdachts ziet”, schreeuwen bordjes in de underground de reizigers toe. De folder ‘Preparing for Emergencies’ die vorig jaar augustus aan ieder huishouden werd gezonden getuigt van een realistische risicocommunicatie, iets waar de Nederlandse overheid nog geen kaas van heeft gegeten. Maar wat de Britten nog het best in hun oren geknoopt hebben is het alom bekende geschal “Mind the Gap” dat honderden keren per dag door de intercom schalt in de schachten van het openbaar vervoer. “Mind the Gap”, ofwel denk om de kloof, de polarisatie.