Intellectueel eigendom is ingewikkelde materie. Het is veel makkelijker
om te praten over subsidieregelingen en stimulerende overlegorganen.
Toch heeft het een veel grotere invloed op de economie, de innovatie en
de internationale handel, omdat eigendom aan de basis van ons
economisch systeem staat. Een korte inventarisatie van de politieke en
economische impact.
Met het ontstaan van technische mogelijkheden ontstaan economische
belangen en doorgaans ook nieuwe vormen van eigendom. Auteursrecht
heeft weinig zin zonder boekdrukkunst. Andersom sturen eigendomsrechten
- en de wijze van verkrijgen - de individuele belangenafweging.
Mooie doelen
Octrooi moet de innovatie stimuleren. Investeren in innovatie doet een
bedrijf alleen wanneer deze investering ook te gelde gemaakt kan
worden. Zonder overheidsbescherming is geheimhouding eigenlijk de enige
optie die voor bedrijven open staat. Een octrooi ruilt openbaarmaking
voor bescherming. Het bedrijf krijgt een tijdelijk monopoly zodat het
de investeringen kan terugverdienen, de samenleving krijgt openheid van
zaken, zodat voortgebouwd kan worden op de vinding. Omdat innovatie
wordt verondersteld de economie te stimuleren, stimuleert octrooi
volgens deze redenering ook de economie en zelfs met de
maatschappelijke winst van openbaring van de uitvinding.
De handelsoorlog van straks
Internationaal kan octrooi ook dienen als een protectionistische
maatregel. Het verlenen van octrooien kan een nationale industrie de
mogelijkheid geven snel te groeien, omdat de bedrijven in de thuismarkt
dan weinig concurrentie ondervinden. Internationaal kunnen ze de
concurrentie dan beter aan, zo is de gedachte. Voor de Verenigde Staten
was de concurrentie met Japan een belangrijke reden om de eigen
octrooiwetgeving aan te scherpen. Geeft Europa de eigen
software-industrie internationaal wel voldoende kans zonder vergaand
octrooirecht, zo luidt de vraag in Brussel.
Auteursrecht vestigen
Software wordt primair beschermd door het auteursrecht. Het is echter
lastig te bewijzen dat je ook daadwerkelijk de eerste was die de
software schreef. Daarom worden octrooi-aanvragen ook gebruikt om
auteursrecht te vestigen. De procedure wordt dan niet afgemaakt, want
de aanvraag alleen is veel goedkoper. Dat maakt aanvragen ook
interessant als indicator voor innovatie naast verleende octrooien.
Meetinstrument
Octrooi is ook een meetinstrument. Innovatie is lastig te meten, maar
octrooi-aanvragen worden goed geregistreerd. De belangrijkste indicator
voor 'hoe innovatief we zijn' is het aantal octrooi-aanvragen.
Enerzijds zou je kunnen denken dat het idioot is om het aantal
aanvragen te nemen in plaats van het aantal toekenningen. Het aantal
audities voor Idols zien we immers ook niet als indicator voor het
muzikaal talent van de Nederlander. Omdat octrooi-aanvragen ook
gebruikt worden om innovatie met auteursrecht te beschermen, is dit
anderzijds toch begrijpelijk.
Strategisch gebruik
Octrooien worden door individuele bedrijven gebruikt voor verschillende
doeleinden. Een daarvan is concurrentieblokkering. Een beroemd
voorbeeld is Barnes & Noble, een Amerikaans bedrijf dat een online
verkoop systeem gebruikte dat gebaseerd was op reeds jarenlang
gebruikte technologie. Bij een patent - het Engelse woord voor octrooi
- gaat het er echter niet om of je het zelf hebt bedacht, maar om de
vraag of je het als eerste patenteert. Het bedrijf Amazon was hier de
eerste en dwong Barnes en Noble haar systeem te herzien. Overigens had
in dit voorbeeld ook geen van beide bedrijven het octrooi nodig als
stimulans om de technische innovatie te doen.
Een ander doel is ruil. Wanneer je een licentie van een ander nodig
hebt, is het handig om ook zelf een patent te hebben op hetzelfde
terrein. Zeker wanneer de concurrent je eigenlijk geen licentie wil
geven.
Bedreiging voor Open Source
Voor het open source deel van de software productie is het octrooi
zeker geen stimulans. Een octrooiprocedure doorlopen kost veel geld,
zo'n 20.000 euro, ook als de kosten verlaagd worden. Kosten die door
een individu niet gedragen kunnen worden en door een bedrijf niet
terugverdiend kunnen worden wanneer het er open source software van
maakt. Het is ook wat veel gevraagd om geld te moeten betalen om een
eigen product weg te mogen geven. Daarnaast is er voor open source
ontwikkelaars het risico inbreuk te maken op een octrooi. Het is, zeker
gezien de lage kwaliteit van de octrooien, niet ondenkbaar dat een
individu per ongeluk inbreuk maakt op een octrooi.
Van deze tijd
Octrooi kan de innovatie stimuleren, maar is het nog wel van deze tijd?
Een periode van 20 jaar is ingesteld toen er grote financiële
inspanningen nodig waren en tijd om de vinding klaar te maken voor
exploitatie. Zo werkt de softwarewereld niet. Je hoeft nu geen machines
te ontwikkelen om je vinding in massaproductie te kunnen nemen. En je
hoeft geen fabriek te bouwen. Dat betekent niet dat er geen
ontwikkelingskosten zijn, maar de reproductiekosten zijn vrijwel nul.
En dat scheelt, ook in tijd.
Een monopoly is economisch niet wenselijk. Je verleent uitsluitend een
monopoly, met alle bijbehorende nadelen, wanneer het echt nodig is om
bedrijven te verleiden tot het doen van investeringen in innovatie. Is
dat zo? Of zijn er reeds andere krachten die bedrijven aanzetten tot
investeren in ontwikkeling? Heel vaak wel, en gezien de grote nadelen
van een monopoly is het zaak om eerst aan te tonen waar dit niet het
geval is.
Het gebruik van octrooi-aanvragen als meetinstrument neemt de
stimulerende werking van octrooi als gegeven en het oneigenlijk gebruik
van octrooi als uitwas. Echter, de uitwassen worden vervolgens gemeten
als positief effect. Meten is hier geen weten, maar doelverplaatsing.
We lezen in de innovatiebrief van het kabinet dat het aanvragen van
octrooien gestimuleerd moeten worden. Uiteraard, want zo meten we dat
het beleid succesvol is.
Conclusie
Het belang van octrooi in de context van de internationale concurrentie
valt niet te ontkennen. Anderzijds zijn er erg grote nadelen verbonden
aan octrooien. We verwachten een positief effect van octrooien, maar
dit kan noch worden aangetoond noch worden ontkracht. Zeker gezien dit
feit denk ik dat we primair de innovatie die bedreigd wordt, open
source software, moeten beschermen. Niet per se door het octrooi op
software af te schaffen, maar wel door ontwikkelaars te vrijwaren van
juridische problemen als ze hun innovatie publiek maken. Daarnaast
moeten we uiteraard afleren te meten als we nog niet weten.
Arjan Widlak is hoofdredacteur van Politiek-digitaal.nl