Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
   archief december 2005
archief mei 2005
archief april 2005
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Wallage: Dienstverlening gemeenten goed, luisteren slecht
Arjan Widlak Gepost:     donderdag, 1 december 2005, 07:00
Van:     < Arjan Widlak - Hoofdredacteur Politiek-digitaal >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Gemeenten scoren goed als het gaat om dienstverlening, maar slecht als het gaat om luisteren. Dat zei Wallage bij de opening van de conferentiecyclus “Bestuurdersvisie 2006”. En voor dat luisteren heeft de gemeente beleidsambtenaren nodig, meent Wallage, zij moeten de buitenwereld naar binnen brengen en halverwege het bestuur en het publiek staan. Het ligt in de lijn van zijn publicatie “Lang leve de ambtenaar!” uit mei van dit jaar. De afwezigheid in zijn verhaal van de politiek als vertegenwoordiger van het volk viel niemand op in het gezelschap van ambtelijke bestuurders, behalve de Amerikaan en hoogleraar James Kennedy. Waar Wallage wel alleen in stond was de nadruk die hij legde op zijn zoektocht naar een serieuze inbreng van het publiek in het gemeentelijk bestuur. “Het is toch een ingebakken arrogantie in het bestuur om te denken alles te weten.”

Nog altijd speelt de ongrijpbare onvrede van het volk een belangrijke rol in het debat over het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening bij de overheid. Arthur Docters van Leeuwen zette eind 2002 de toon door de oplossing voor de onvrede over de overheid niet te zoeken in het democratisch gehalte van het politieke systeem, maar in het verbeteren van de dienstverlening. Na drie jaar wordt deze visie breed gedeeld en vinden bestuurders van decentrale publieke organisaties duidelijk zelfvertrouwen in een rol als trekker van deze ontwikkeling. Het gebrek aan initiatief van de politiek op dit vlak wordt nauwelijks nog als een probleem gezien. Of beter gezegd: daar zijn oplossingen voor.

“Je kunt altijd een klein probleem in een crisis laten uitmonden”
“In situaties waar niemand de baas is, moet je weten wat je wilt en je kansen afwachten,” adviseert de gemeentesecretaris van Amsterdam, Erik Gerritsen, tijdens het gemeentesecretarissendebat. Ook Piet Buytels, gemeentescretaris van Schiedam en voorzitter van de vereniging van gemeentesecretarissen denkt er zo over. “Goed weten wat je wilt en als de rivier het laagst is, snel naar de overkant.” Bernard Arnold uit Almere doet graag een duit in het zakje: “Je kunt altijd een klein probleem in een crisis laten uitmonden,” adviseert hij, hoewel hij snel voorzichtiger wordt als dagvoorzitter Pieter Hilhorst – tenslotte ook journalist - naar voorbeelden vraagt. Het congres doet zijn titel eer aan: hier spreken regisseurs.

De kopgroep
Het gebrek aan politiek leiderschap op landelijk niveau heeft geresulteerd in een open opdracht aan gemeenten om het probleem op te lossen en de dienstverlening te verbeteren. Daar slagen grote gemeenten beter in dan de kleintjes. “Je moet een kopgroep hebben,” zegt Erik Gerritsen, die trots verteld over het systeem “Antwoord”, dat Amsterdam samen met enkele andere gemeenten ontwikkelt en waarmee straks alle loketten – balie, telefoon en internet – zullen werken. “Dat hebben wij ontwikkeld en iedereen die nu ook zoiets ontwikkelt is niet verstandig bezig. Ik heb persoonlijk ooit nog een project de nek omgedraaid die net zoiets probeerden te ontwikkelen als DigiD (vroeger ook bekend als Nationale Authenticatie Voorziening, NAV) terwijl de grote uitvoeringsorganisaties daar al mee bezig waren. Dat moesten wij dus maar niet gaan doen.” Niet iedereen kan tot de kopgroep behoren. Een ambtenaar van een kleinere gemeente signaleert dit in de pauze. Hij zou alleszins open staan voor een landelijk systeem. “Je raakt alles kwijt als kleine gemeente. Er is geopperd om ons maar op te heffen, maar niemand wil met ons herindelen. De grootten vormen een kopgroep, maar als kleine gemeente heb je nauwelijks invloed gehad op het systeem dat je uiteindelijk moet overnemen. Dat is gemaakt naar de wensen van de initiatiefnemers.” Daaruit blijkt echter wel het belang van het nemen van initiatief voor gemeenten.

Het peloton
Als gevraagd wordt of de echte leiders uit het gezelschap van bestuurders willen opstaan, staat een erg kleine groep mensen op. Niemand durft zich in Nederland zomaar een echte leider te noemen. Onder deze kleine groep is wel Ineke Schop, programmamanager van EGEM. EGEM is een van de grotere van de vele kleine projectbureautjes die ervoor moet zorgen dat het peloton de kopgroepen op diverse ICT vlakken volgen. EGEM spreekt dan ook al jaren in wielermetaforen. Een moeilijke rol, want EGEM heeft geen zeggenschap over over de gemeenten die het succes van EGEM bepalen. Het is een rol waarin de typisch Nederlandse vorm van leiderschap nodig is: de leider met sociale vaardigheden.

Leiderschap
Professor James Kennedy, Amerikaan van afkomst, maar nu hoogleraar nieuwste geschiedenis in Amsterdam, houdt een boeiende uiteenzetting over de cultuur en leiderschap. Niet elke cultuur staat open voor elke vorm van leiderschap. Nederland is duidelijk op zoek naar een nieuw leiderschapsmodel, maar staat niet helemaal open voor het Amerikaanse model een individualistische, autoritaire en zelfuitgeroepen leider. De consensus en het collegialiteitsprincipe waren al zichtbaar in de eerste Nederlandse bestuursvormen, die meer oligarchische trekken hadden, dan autoritaire. En dat zie je nog. Hoewel het Amerikaanse model niet zomaar overgezet kan worden naar Nederland meent hij wel dat we voor visie en overtuiging te rade kunnen gaan in de VS. Iets meer democratische genegenheid mag ook wel van hem en hij signaleert dat Wallage blijkbaar meent dat zijn ambtenaren dichter bij het publiek staan dan de politieke leiding en hijzelf.

Gemeenteland of Nederland
Matt Poelmans, programmamanager van het ICTU-projectbureau burger@overheid, ziet ook liever wat meer visie en wat minder oligarchie. Hij stelt zich voor als burger, die woont in Leiden, werkt in Den Haag en wiens kinderen in Wassenaar naar school gaan. Hij wordt geconfronteerd met gemeenten die hem allemaal anders behandelen. Waarom wordt hij niet serieus genomen als Nederlands burger en kan hij niet op rekenen op een Nederlands serviceniveau? Als Nederlands burger heeft hij niet zoveel te maken met de gemeentelijke organisatie als hij praktische zaken wil regelen. Die confrontatie met de bestuurlijke organisatie in Nederland komt toch niet erg vraaggericht over. Kan er geen centraal service level vastgesteld worden? Piet Buytels verstoort ruw zijn visioen: “Er staat zoveel in de wet waar we ons vaak niet aan houden als gemeente, reactietermijnen en noem het maar op. Wetten en regels lossen dat niet op.” ICT blijkt sterker dan de wet, want “steeds meer landelijke standaarden vervatten als het ware normen.” Ook Erik Gerritsen denkt er zo over. “Het is een simpele opvatting. Het kan gewoon niet. Iedereen is voor basisnormen en toch hebben we in onze stad zo 40 verschillende opvattingen. Het gaat allemaal om het organiseren van druk: maak het allemaal transparant. Dat werkt veel sterker dan het stellen van een norm.”

Er worden nog vervolgconferenties gehouden op 8 december 2005, 12 januari 2006, 2 februari 2006. Meer informatie is te vinden op: www.blommensteingroep.nl.

Bekijk reacties (1) Post reactie