Softwarebedrijven maken veel innovatie voor
anderen mogelijk. Hoe ervaren zij zelf eigenlijk het innovatieklimaat
in Nederland? Over een ding zijn ze het in ieder geval eens: ‘Innoveren
doe je niet voor je lol’.
De softwarebedrijven Art-Innovation, QQQ, Sioux, NedSecure en Delft Geo Systems ontwikkelen
innovatieve software toepassingen voor sectoren als lasertechnologie,
informatiebeveiliging en geotechniek. Ze staan positief tegenover de
doelen van het Kabinet, zoals het verbeteren van het innovatieklimaat
en het beter benutten van innovatiekansen. Nederland raakt achterop wat
kennisontwikkeling betreft en investeringen zijn zeer noodzakelijk.
Zij staan echter sceptisch tegenover de uitvoering van de
beleidsinitiatieven. Dat komt door negatieve ervaringen met een
bureaucratische overheid. Bedrijven laten regelingen als de WBSO (Wet
Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk) al bij voorbaat links liggen.
Peter Tanis van QQQ: ‘De ervaring heeft geleerd dat overheidsregelingen
veel gedoe met zich meebrengen waar niet door heen te komen is. Wij
maken geen gebruik van de WBSO, zolang we het ook zelf kunnen
bekostigen, is het geen rendabele investering'. Ook NedSecure maakt
geen gebruik van de regeling. Rob Greuter: ‘Dat komt uit puur
tijdgebrek. Het kost veel tijd om het uit te zoeken en het levert veel
papierwerk op'. Toch wordt de WBSO door bedrijven die daar wel gebruik
van maken, zeer positief beoordeeld. Scholten van Art Innovation: ‘Wij
maken al jaren met veel plezier gebruik van de WBSO. Het is een fijne
regeling en makkelijk om aan te vragen.
ODit negatieve beeld bestaat ook voor het aanvragen van subsidies.
Bedrijven willen graag deelnemen aan deze onderzoeksprojecten, maar
zijn bang voor de investering in tijd en kennis die de aanvraag met
zich meebrengt. Ondernemingen die wel subsidies aanvragen, bevestigen
dat beeld. Procedures zijn lang, vergen veel expertise en de risico’s
zijn groot. Scholten: ‘Wij nemen ook deel aan Europese
onderzoeksprojecten. Maar een goed voorstel indienen kost een werknemer
ruim drie maanden werk en zo rond € 20.000,-. Er zijn grote risico’s
aan verbonden. Die procedure moet makkelijker en sneller’. Hans
Duisters van Sioux deelt die mening: ‘Als twee partijen een goed idee
hebben maar geen researchpartner, voldoe je niet aan de
subsidiecriteria. Ik pleit voor een flexibele regelgeving die gericht
is op innovatieve ideeën. Ik mis ondernemerschap en een commerciële
insteek bij de overheid’. Scholten: ‘Als ondernemer begin je alleen aan
dergelijke trajecten als het echt niet anders kan. Voor onze
activiteiten zijn kennisdeling en participatie in het netwerk
essentieel. Ondernemingen innoveren niet voor hun lol’.
De grote hoeveelheid regelingen maakt het onduidelijk welke regeling
wanneer van toepassing is. Bureaucratie en starheid maken het
vervolgens onmogelijk om van die regelingen gebruik te maken. Greuter:
‘De overheid zou zich een tijdje nergens meer mee moeten bemoeien. Het
kost bedrijven ongelofelijk veel tijd en energie. Creëer adem, ruimte
en tijd, dan ontstaat een klimaat waarin geïnnoveerd kan worden. Je
ziet door de bomen het bos niet meer. Maak bijvoorbeeld één
innovatieloket waar ondernemers met al hun vragen terecht kunnen en
snel verder worden geholpen’. Tanis: ‘Goede begeleiding voor startende
ondernemers is ook erg belangrijk.’ Maar op basis van eerdere
ervaringen met Senter en Twinning betwijfelen ondernemingen of een
initiatief als TechnoPartner succes heeft. Greuter: ‘Ik heb sterk het
idee dat deze nieuwe maatregelen alleen maar bij dragen aan het woud
van regels en geen structurele oplossing bieden’.
Financiële stimulering is dan ook niet het belangrijkst. Greuter: ‘Je
hoeft als overheid niet te gaan zwaaien met zakken subsidies. Maak
minder regels en de weg er naar toe gemakkelijker’. Tanis: ‘Ideeën en
de kansen die geboden worden in een onderzoeksprogramma zijn
belangrijker dan kapitaalverstrekking. Duisters: ‘Het gaat om het
innovatieve idee. Als dat goed is, komt de financiering vanzelf wel.’
Ondernemers maken zich zorgen over
het wetenschappelijk onderwijs en het aantal hoger opgeleiden. Er is
door de overheid structureel te weinig geïnvesteerd. Scholten:
‘Ondernemers zijn afhankelijk van goed opgeleide mensen. De overheid
moet hier meer in investeren. Wij financieren zelf met een aantal
partners de aanstelling van een hoogleraar op de universiteit in
Twente. Wij hebben dat onderzoek en de studenten nodig. De universiteit
kon het niet meer betalen’. Zij waarschuwen de overheid voor
maatregelen om het aantal kenniswerkers te vergroten. Duisters: ‘De
overheid moet beseffen dat productie en R&D dicht bij elkaar
liggen. Naast productie verplaatsen bedrijven in razend tempo ook de
researchafdelingen naar het buitenland. Dat gaat veel sneller dan de
overheid beseft. Betere arbeidsvoorwaarden voor technische beroepen
hebben zo een averechts effect. Dan kunnen we helemaal niet meer
concurreren met het buitenland.’
De samenwerking tussen
universiteiten en het bedrijfsleven moet verbeterd worden. Frank
Engering van Delft Geo Systems: ‘De overheid voert een zwabberend
beleid. Tegen de tijd dat duidelijk is welke richting het op gaat,
veranderen de prioriteiten weer. Dat maakt het voor de betrokken
partijen lastig zich te committeren aan onderzoeksprojecten.’ Scholten:
‘De link tussen universiteiten en het bedrijfsleven moet sterker. In
Finland zie je dat de afstand tussen beiden kleiner is en men zich
bewust is van de kracht van beide partijen. Op universiteiten moet meer
aandacht komen voor toegepast onderzoek. Dat vereist een andere
financiering van het hoger onderwijs.’
Duisters: ‘De overheid moet echt keuzes maken. Ze heeft voldoende
kennis in huis om de juiste partijen bij elkaar te zetten en scherpe
doelstellingen voor de samenwerking te formuleren. Dit gebeurt niet
vanwege problemen met oneerlijke concurrentie. Maar er moet wat
gebeuren anders komen we nooit ergens.’
De softwarebedrijven zijn negatief over het innovatieklimaat. Innovatie
wordt niet bevorderd. De voorgestelde maatregelen van het kabinet
leiden niet tot verbetering. De overheid zal eerst de grote hoeveelheid
aan regelingen en bureaucratische procedures moeten terugdringen. Het
is dus tijd voor modernisering van de overheid zelf.
Fysieke wereld virtueel
Delft
Geo Systems bundelt specialistische kennis, rekensoftware,
ervaringskennis en grondgegevens tot geotechnische rekenprogramma’s,
ervaringsdatabases voor funderingstechnieken en databases met
visualisatietools. Zij zijn verbonden aan GeoDelft, een Groot
Technologisch Instituut (GTI)
Identiteit en beveiliging
NedSecure
levert een compleet pakket aan oplossingen voor informatiebeveiliging
waarbij identiteit wordt vastgesteld door middel van authenticatie en
autorisatie.
Beslissen met de PC
QQQ
maakt computermodellen en beslissingsondersteunende systemen voor
researchers. Tot de klantenkring van QQQ Delft behoren TNO, de NS, KPN
en diverse ministeries.
Vernieuwing door behoud
Art
Innovation verzorgt innovatieve producten en diensten voor het
internationale veld van conservatie van cultureel erfgoed door het
ontwikkelen van waardevolle hulpmiddelen bij conservatie en restauratie
Simulatie door software
Sioux
is een innovatieve IT-partner voor high-tech ondernemingen en
researchinstituten in Nederland en België. Zij ondersteunen bedrijven
bij het ontwikkelen van innovatieve software voor de besturing van hun
producten voor dataverwerkings- en simulatiesystemen.
Innovatie met Open Source
United
Knowledge is een full-service internetprojectbureau voor de publieke
sector. Met het open source content management systeem WebGUI
ondersteunt United Knowledge overheidsorganisaties bij webcommunicatie,
digitale dienstverlening en kennismanagement. United Knowledge
investeert veel in eigen onderzoek (o.a. op Politiek-digitaal.nl) en software ontwikkeling, via het WebGUI platform.