We hoeven niet te blijven wachten tot politici de
interactie met hun kiezers via internet regelen. Er ontstaat steeds
meer politieke activiteit buiten hen om op internet. En niet alleen
door fanatiekelingen. Gasthoofdredacteur Jaap de Bruijn: 'Als politieke
journalisten én politici de ontwikkelingen op het net beter gevolgd
zouden hebben, waren ze nooit zo overvallen door het succes (in de
peilingen) van professor Pim.'
Ruim drie jaar geleden begon ik een website met politieke weetjes.
Eerst nog onder de titel Politics2day en inmiddels beter bekend als
Binnenhofse Zaken. Toen was van politiek-in-cyberspace nog nauwelijks
sprake. Er is sindsdien een boel verbeterd. De SP
gebruikt het net intensief, maar vooral als actiemiddel voor de eigen
achterban. En dat geldt eigenlijk ook voor de andere sites van de
politieke partijen. Het net wordt nog weinig gebruikt om meningen te
peilen of zelfs beleid tot stand te laten komen. Op de één of andere
manier is er nog steeds een soort democratisch gat op internet. Maar
het zijn niet alleen de politici die verstek laten gaan; ook de media -
traditioneel de luis in de pels - springen niet in dat gat.
Er zijn goede uitzonderingen. De site waarvoor ik dit hoofdredactioneel
mag schrijven is daar een voorbeeld van. Ook de onlangs door de
publieke omroep gelanceerde site NederlandKiest.nl
is een mooie verzamelplek van het politieke verkiezingsnieuws. En wat
te denken van het satirische, maar onder de oppervlakte zeer serieuze, Stemhok.nl?
Het zijn voorboden van nieuwe vormen van journalistiek: ze combineren
kijkjes achter de schermen (hoe beleven journalisten eigenlijk hun
nieuws), persoonlijke analyses én verkiezingsnieuws. Precies de
combinatie die in de reguliere media zo weinig aan bod komt. Precies de
verdieping waar het internet zo geschikt voor is.
Wat ik nog wel een beetje mis is de interactie tussen parlementaire
journalistiek en het publiek. Bij échte internetmedia is het heel
gebruikelijk dat lezers kunnen reageren. Op het nieuws zelf of op de
manier waarop het wordt gebracht. Het wordt tijd dat de media zich wat
dat betreft een beetje kwetsbaarder opstellen. Al is het maar om de
gevestigde politici uit te dagen hetzelfde te doen!
Een ander punt van kritiek is de geringe opmerkzaamheid van
traditionele media. Wie halverwege vorig jaar de ontwikkelingen op het
net een beetje volgde zág de weerklank van Pim Fortuyn. Tientallen
serieuze en minder serieuze fan-sites en discussieforums vlógen uit de
grond. Nog voordat de peilingen het succes van Fortuyn lieten zien,
wemelde het van sites als pim-fortuyn.nl, pim4premier.com en pimforpresident.net.
Als politieke journalisten én politici de ontwikkelingen op het net
beter gevolgd zouden hebben, waren ze nooit zo overvallen door het
succes (in de peilingen) van professor Pim.
Ander
voorbeeld: de Haagse afdeling van GroenLinks heeft een open
discussielijst, waar ook buitenstaanders worden toegelaten. Toen de
afdeling verscheurd werd door ruzie over de Turkse dissident Daskapan,
was de discussielijst een erg handige informatiebron.
Journalisten moeten, net als politici, het web nog leren gebruiken.
Niet alleen om zichzelf te presenteren, maar juist om nieuwe
ontwikkelingen snel te signaleren, verdieping te zoeken in het publieke
debat en daardoor het contact met de lezer te versterken. Er valt nog
een wereld te winnen.