Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
   archief december 2005
archief september 2005
archief juli 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief augustus 2004
archief januari 2006
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Burgers, spring van het dek en globaliseer
Steven de Jong Gepost:     maandag, 6 maart 2006, 20:00
Van:     < Steven de Jong >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

In 1602 gaf Nederland met de VOC de aanzet tot de globalisering van economieën. Nu, ruim vierhonderd jaar later, kampen we met een compleet verinstitutionaliseerde globalisatie. Multinationals en supranationale overheidsorganen waar we nauwelijks grip op hebben. Kunnen we nog het roer overnemen van de stuurloze VOC-schepen van de 21ste eeuw, of wordt het tijd om als anti-globalist het systeem omver te werpen? Thomas Friedman ziet heil in geen van beiden. Na de staten en bedrijven is het nu de beurt aan individuen om te globaliseren, meent de auteur van het boek ‘The World is Flat’.

Wie 'globalization' invoert op Google krijgt 107 miljoen treffers. En bijna even zoveel meningen naar zijn hoofd geslingerd. Dat is niet verwonderlijk. Globalisatie gaat over het dichter bij elkaar komen, of zelfs integreren, van verschillende maatschappijen, culturen en economieën. Netwerken waarin mensen kapitaal, kennis, informatie en ideeën vrijelijk kunnen uitwisselen. Het slechten van de barrières die deze vrije stromen van goederen, kennis en individuen belemmeren noemen we globalisering.

Toch gaat globalisering niet alleen over het opengooien van landsgrenzen en het opheffen van handelsbarrières. Globaliserende staten maken vooral ook afspraken. Supranationale organisaties als de EU, NAVO, Wereldbank, WTO, ECB en de VN zijn daar het bewijs van. In de zakenwereld zien we vliegmaatschappijen, adviesbureaus, elektronicaconcerns en fastfoodketens in rap tempo multinationaliseren, allianties aan gaan of zelfs fuseren.

Gouden of Rode Eeuw?
Maar globalisering is niet iets van de laatste jaren, het gaat momenteel alleen sneller. Zowel door efficiëntere land-, lucht- en zeetransporten, als door de mogelijkheden die moderne communicatiemiddelen met zich meebrengen. Tegenstanders, verenigd onder de noemer anti-globalisten, menen dat verdere liberalisering van de internationale handel niet iedereen ten goede komt. Een stelling die teruggevoerd kan worden op de vorming van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) in het jaar 1602. De VOC was de eerste echte multinational en gaf zelfs aandelen uit. Ze bedreef onder de vlag van de Nederlandse overheid handel met Aziatische landen en sloot internationale verdragen. Wie niet samen wilde werken met de VOC werd naar Oudhollands gebruik gekoloniseerd, vermoord of afgeperst. Wie niet voor het VOC wilde werken werd tot slaaf beëdigd en in het scheepsruim geladen. Niet iedereen plukte dus de vruchten van ons globaliseringspionierschap, waar Nederland de Gouden Eeuw aan te danken heeft.

We moeten ons er van bewust blijven dat het bevaren van de wereldzeeën direct voortkwam uit economische begeringsdrift en nationale machtswellust. De VOC gooide immers zijn trossen in den vreemde niet uit om ontwikkelingswerk te verrichten, maar meerde aan om te kijken of er wat te halen viel. Zo kon het gebeuren dat gastheren niet altijd op onaangekondigd bezoek zaten te wachten en militair beter uitgerust bleken. Wat doe je dan? Dan neem je goud mee; teneinde het op structurele basis te kunnen ruilen tegen kostbare specerijen. Dit welgemeende eigenbelang van waaruit de kapitalistische VOC-globalisten opereerden, bleek dus ook een positieve uitwerking te hebben; arme streken vergaarden welvaart door goederen af te zetten aan rijkere landen.

Geïnstitutionaliseerde globalisatie
Moderne multinationals en supranationale overheidsorganen mogen dan de strategische opvolgers van de VOC zijn, maar in wezen verschilt de basis van de moderne handelswijzen en verdragen nauwelijks met die van de 17e eeuwse pioniers. Wel zijn er meer varianten gekomen, en is één en ander beter geformaliseerd en gepolitiseerd: op economisch, politiek en militair gebied. Financierings- en kapitaalstromen zijn geïnstitutionaliseerd, wet- en regelgeving wordt meer en meer tussen landen gelijkgetrokken en transport- en fabricageprocessen zijn geïndustrialiseerd. Grenzen van nationale staten slijten langzaamaan af.

Ethisch globalisme
Voorstanders van globalisatie verkondigen dat dit kapitalistische proces bevorderlijk is voor de verspreiding van liberale, democratische waarden en een stimulans is voor emancipatie van onderdrukte en onderontwikkelde volkeren. Dat laatste is echter geen vanzelfsprekend effect van de vrije markteconomie. Zonder toeziend oog van alerte media en publieke druk, ontspruiten er immers nieuwe vormen van uitbuiting of slavernij; denk aan Braziliaanse boeren die door Europese landbouwsubsidies nauwelijks meer iets kunnen afzetten. Of erger nog, denk aan Aziatische kinderen die vastgeketend tapijtjes in elkaar knopen voor rijke westerlingen. Beducht voor schandalen, heeft in het internationale handelswezen de afgelopen jaren het zogenaamde ethisch globalisme intrede gedaan. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een handelsmerk geworden.

Democratische achterstand
Wat voorstanders van globalisme echter vergeten, is dat het concept van representatieve democratie de mondiale ontwikkelingen niet bij heeft kunnen benen. Joseph Stiglitz, voormalig topeconoom bij de Wereldbank, luidde daarom de noodklok in zijn boek ‘Globalisation and its discontents’ (2002): “The most fundamental change that is required to make globalization work in the way that it should is a change in governance.” Maar Stiglitz is een opportunist. Hij gelooft dat met een eerlijkere verdeling van zetels in instituties als de WTO en het IMF, meer transparantie en meer gekozen functionarissen het globalisme uiteindelijk zijn democratisch deficit kan overwinnen. Maar los van het feit dat een volledig verbureaucratiseerd globalisme onwenselijk of zelfs onmogelijk is, kunnen we in de moderne wereld niet meer tegengaan dat deelbelangen boven collectieve belangen komen te staan. Zo kan de VS in zijn eentje mondiaal klimaatbeleid (Kyoto) tegenwerken, omwille van de gunst van ingezeten conglomeraten. Landen in het Midden-Oosten dreigen de oliekraan dicht te draaien als de wereldpolitiek hen niet zint. Globalisme leek ons op het eerste gezicht vrijer gemaakt te maken, maar eigenlijk hebben we er afhankelijkheid voor teruggekregen. Er hoeft maar één schakel in de keten het te begeven of een heel productieproces ligt plat. Burgers van Europese lidstaten voelen de democratische controle op instituties en regeringen uit hun handen glippen, zo bleek al uit het publieke debat over de Europese Grondwet.

VOC-schepen van de 21e eeuw
Politieke en economische opschaling en de klassieke vorm van representatieve democratie gaan allang niet meer hand in hand. Mobiliteitstoename en wereldwijde communicatienetwerken hebben een nieuw en ondoorzichtig mondiaal politiek systeem gecreëerd. Geïnstitutionaliseerde globalisatie heeft nationale staten militair, monetair en cultureel afhankelijk gemaakt. Internationale politiek is achtertuinpolitiek geworden. Staten en individuen maken een steeds kleiner deel uit van het geheel, terwijl het geheel een steeds grotere invloed heeft op het individu en de staat. Deze nieuwe werkelijkheid leidt tot fricties in de samenleving die formeel niet meer op concrete personen en instanties gebotvierd kunnen worden, simpelweg omdat een soevereine regie ontbreekt. Multinationals en supranationale overheidsorganen zijn de VOC-schepen van de 21e eeuw geworden. Autonome organen die, crux gezegd, kunnen interveniëren waar en wanneer ze maar willen.

De aarde is plat
Kunnen we nog ontsnappen aan deze stuurloze VOC-schepen? Allicht, maar dan moeten we niet – zoals Stiglitz betoogt – het roer over proberen te nemen. Want globalisme heeft het welvaartspeil wereldwijd een enorme impuls gegeven, het is zonde als we dat met bureaucratisch gehakketak de nek omdraaien. Een terugval naar geïsoleerde naties is immers geen optie meer. Hoop kunnen we putten uit de analyse van Amerikaanse auteur Thomas Friedman. In zijn boek ‘The World is Flat - The Globalized World in the Twenty-first Century’ betoogt hij dat we slechts in een tussenfase zitten. Volgens hem zit er een volgorde in globalisering: eerst landen, dan bedrijven en als allerlaatst komen de individuen aan de beurt. Waar vroeger de internationale handelsroutes alleen bereden konden worden door vertegenwoordigers van regeringen en bedrijven, hebben burgers aller landen nu de mogelijkheid om via internet zelf hun diensten aan te bieden. Friedman neemt als voorbeeld een Amerikaans callcenter met telefonisten in Azië: via een breedbandverbinding enquêteren deze Aziaten Amerikaanse consumenten voor Amerikaanse bedrijven. Recent werd bekendgemaakt dat voor 724.000 mensen in de VS Ebay (Amerikaanse versie van Marktplaats.nl) de belangrijkste inkomstenbron is. Dat zijn geen werknemers, maar volledig zelfstandige burgers die opereren op een niet-geografisch gebonden vrije markt.

Ontwikkeling Derde Wereld
De ‘platte aarde’ die Friedman voor ogen heeft, zou mensen in de Derde Wereld veel welvaart kunnen brengen. Want waarom nog onvruchtbare grond bewerken, als je via breedband internet kunt concurreren met de Westerse diensteneconomieën? Voedselproductie kan dan in ontwikkelingslanden - waar bijna iedereen boer is - met minder arbeidskracht af door efficiëntere technologie te installeren, zoals irrigatiesystemen en klimaatkassen. Afrikanen zijn in de wereld van Friedman niet meer veroordeeld tot traditionele, lage beroepen. Ze kunnen achter een PC kruipen, een on-line studie volgen aan de beste universiteiten en vervolgens hun diensten op een mondiale, niet-geografisch gebonden markt afzetten.

Globalisering van het individu
Cynici zullen zeggen dat de globalisatie van het individu nieuwe vormen van uitsluiting voort zal brengen. Wie niet om kan gaan met nieuwe communicatietechnologie, of daar niet de middelen voor heeft, zal de boot van de ‘globalisatie van het individu’ missen. Dat is echter te kort door de bocht. Natuurlijk zal niet iedereen volledig zelfstandig zijn diensten via het scherm kunnen en willen aanbieden, maar dat is ook de bedoeling niet. Het gaat om de differentiatie, om de niet-geografisch gebonden ontplooiing van individuen afzonderlijk. Dat zal er toe leiden dat armoede zich niet meer hoeft te concentreren, net als welvaart. De minder flexibele mens zal de vruchten plukken van de vooruitstrevende en globaliserende individuen in zijn directe leefomgeving. Welvaart zal vrij kunnen stromen volgens de wet van de communicerende vaten. Naar plaatsen waar voorheen geen welvaart te generen viel.