"Het Nederlanderschap zou moeten staan voor culturele identiteit, gevoed door historie en onderbouwd met normen en waarden", zegt publicist Mohammed Jabri tegen Politiek-Digitaal. Maar het ontbreekt Nederlanders aan kennis. Dit leidt volgens Jabri tot misplaatste grootheidswaanzin. Volgens de publicist kunnen autochtonen niet tegen kritiek. Al helemaal niet als het van een allochtoon komt.
Volgens Jabri verraadt dat vermeende superioriteitsgevoel een structurele onzekerheid en een minderwaardigheidscomplex. “Men is blijkbaar in Nederland nog niet klaar voor een Marokkaan die zijn eigen normen en waarden perfect laat samengaan met de Nederlandse samenleving, zonder dat een ander daar last van heeft."
Politiek-Digitaal sprak eerder met Mohammed Jabri, nu precies een jaar geleden. Destijds stelde hij dat de zogenaamde anti-islamieten - Verdonk, Hirsi Ali, Wilders en Zalm - alleen maar óver de islam aan het zeuren zijn. Ze zouden een reactiebeleid voeren, omdat ze geen gesprekspartner van formaat hebben die namens de moslimgemeenschap kan spreken. Dat was ook de reden dat hij zich destijds bezig hield met de oprichting van een moslimpartij. Nu richt hij zich op het opzetten van een Nederlandse editie van de The Islam Times. Een papieren tweetalig tijdschrift (Arabisch en Nederlands), dat over de islam in Nederland gaat publiceren.
Purmerend
Zelf heeft Mohammed Jabri (30) terdege kennis genomen van de Nederlandse geschiedenis. Beter dan de meeste van zijn Nederlandse leeftijdsgenoten, mag wel aangenomen worden. Zijn wortels mogen dan wel liggen in Marokko, maar die gaan wel vijf generaties terug. En dat is ver. Tot zijn zestiende groeide hij op in Purmerend, waar hij destijds ongeveer de enige van Marokkaanse afkomst was. Daarna is hij Commerciële Economie gaan studeren en kreeg een baan op het ministerie van Sociale Zaken.
Praktiserend moslim
Van huis uit heeft hij een islamitische opvoeding genoten. Zijn ouders vonden het belangrijk dat hij in Marokko geboren zou worden, en reisden daarvoor apart naar het land af. Toch zette hij zich een tijd lang af tegen die opvoeding en dook de literatuur in. Na een lange zoektocht is hij daar weer als praktiserend moslim uitgekomen. Eén die nu zelf boeken schrijft, waaronder het boek ‘De zeven vloeken’.
Op een gegeven moment, toen het islamdebat door terreuraanslagen oplaaide, vroeg Jabri zich af “waar iedereen nou eigenlijk zo over zit te zeiken”. Voor hem betekent de islam “vredelievendheid, rechtvaardigheid en menselijke waardigheid, geschonken door Allah”. Dat was en is, zo zegt hij, “voor mij de islam in een notendop, hoe mijn vader dat op mij overbracht”. Waar Jabri in het verleden de islam en zijn ‘moslim-zijn’ voor vanzelfsprekend nam, leek het ineens niet meer vanzelfsprekend. Hij moest zich verantwoorden.
In beeld
Na de moord op cineast en columnist Theo van Gogh, kwam Mohammed Jabri in beeld als de roemruchte redacteur en columnist van de website Elqalem.nl. "Het allereerste islamitische internetmagazine van Nederland", waarmee hij naar zijn zeggen drie tot vier miljoen mensen bereikt. Een site die ook bekend is bij VVD-politica Ayaan Hirsi Ali en de Amsterdamse wethouder Ahmed Aboutaleb, maar niet van harte gezien Jabri's provocaties aan hun adres. Zijn schrijven doet velen denken aan Theo van Gogh, al wenst hij daar niet mee vergeleken te worden.
Nederlandse schijnheiligheid
Jabri hekelt vooral de schijnheiligheid in Nederland. Onlangs trof hij die nog aan in de reacties op een uitzending van Peter R. de Vries, waarin de misdaadverslaggever melding maakte van een uitgelekt AIVD-onderzoek over de vermeende seksuele escapades van wijlen Pim Fortuyn. De kritiek op die uitzending luidde dat het niet gepast is om ‘iemand die zoveel betekend heeft voor ons land’ te beschimpen. De term ‘heiligschennis’ viel. Jabri vindt dat hypocriet, want over de profeet Mohammed wordt wel van alles gezegd. Ayaan Hirsi Ali noemde de profeet bijvoorbeeld “een pedofiel naar huidige, westerse maatstaven”.
Seculier extremisme
Jabri verwijt Hirsi Ali “een seculiere, extremistische agenda” uit te voeren. "Zij is niets meer dan een overgewaardeerde amateur met overduidelijk veel persoonlijk leed, veroorzaakt vanuit opvattingen die allesbehalve islamitisch zijn, maar als islamitisch naar haar vertaald zijn", voegt de publicist eraan toe.
“Trut-Marokkaan”
Mohammed Jabri benadert journalisten doorgaans met argusogen. Want de media is volgens Jabri doordrenkt met vooroordelen jegens moslims. Hij is een meester in het omdraaien van vragen - wat hem onlangs op de kwalificatie "trut-Marokkaan" kwam te staan. Vragenstellers ziet hij eerder als opponenten dan als journalisten die ook maar hun werk doen.
Ook Politiek-Digitaal kreeg vorig jaar de bal teruggekaatst, toen zij termen als 'radicalisering', 'sharia' en 'fundamentalisme' bezigde. Want radicale moslims zijn eigenlijk gewoon mensen die hun geloof zuiver en oprecht belijden, vertelde Jabri. En de sharia? Dat begrijpen die autochtonen helemaal verkeert, het gaat helemaal niet om het afhakken van handen.
Maar geen interviewer heeft zo diep door het stof moeten kruipen als Martin Simek, radio-interviewer bij de RVU. Simek is ook de gene die Jabri een “trut-Marokkaan” noemde, “iemand die goedkoop met een vraag loopt te goochelen teneinde de vraag te ontwijken”. Simek waagde het op 4 december 2005 naar ‘de mens achter Jabri’ te zoeken, waar laatstgenoemde niet van gediend bleek. "Die gestoorde Tsjech met dat gecultiveerde accentje" probeerde volgens Jabri slechts zijn mate van integratie vast te stellen door zeer persoonlijke vragen op hem af te vuren, bijvoorbeeld de vraag waarom hij een Marokkaanse partner prefereert boven een Nederlandse.
Martin Simek: “Ik zou je op je bek slaan” (radio-interview)
Na drie kwartier escaleert het interview. Een fragment:
Jabri: "Ik vind dat je 40 minuten lang eigenlijk vrij slappe vragen hebt gesteld. Ik heb nog het fatsoen om er op te antwoorden."
Simek: "Zou ik jou in Marokko op je bek kunnen slaan? Zou ik dat in Marokko kunnen doen?"
Jabri: "Dat kun je hier ook doen."
Simek: "Nee dat kan hier niet. Ik vind het jammer dat ik nu niet in Marokko ben."
Jabri: "Wat anders?"
Simek: "Ik zou je op je bek slaan."
Jabri: "Maar dat kun je hier toch ook doen?"
Simek: "Nee, in Nederland doen we dat niet."
Jabri: "Oh, en in Marokko doen ze dat wel?"
Simek: "Weet ik niet, dat vraag ik je."
Jabri: "Nee, in Marokko doen ze dat niet. Maar dat doen ze hier in Nederland wel. Dat doen ze hier overal wel denk ik. Zal ik je een keer meenemen naar de F-side van Ajax? Moet je eens kijken wat daar allemaal gebeurt. Ik wil jou daar een keer naar toe nemen om je te laten zien wat daar allemaal gebeurt. Gebeurt in Marokko niet hoor."
Jabri: "Als jij mij op je bek wilt slaan, moet je vooral je gang gaan. Maar dan krijg je toch een pak slaag van hier tot Tokio, dat wil je niet weten."
Simek: "Oh, ja. Je overschat jezelf, nu weet ik het zeker."
Jabri: "Ik overschat mijzelf?"
Simek: "Ja, je overschat jezelf ontzettend."
Jabri: "Het is jammer dat dit radio is, maar als er een camera bij was zouden we nu gewoon met elkaar op de vuist gaan."
Simek: "Laten we dat doen."
Jabri: "Ja, maar dat moeten mensen zien."
Simek: "Nee, dat hoeven ze niet te zien."
En zo gingen ze nog een tijdje door. Overigens zonder klappen uit te delen. Omdat het gesprek uit de hand liep, besloot de radioredactie er op 11 december 2005 een vervolg aan te geven. Een stuk minder vermakelijk, maar wel meer inhoudelijk. De radio-uitzendingen waren voor Politiek-Digitaal aanleiding om nogmaals contact op te nemen met de ‘herrieschopper’.
“Niet altijd praktiserend moslim geweest”
Jabri zegt dat hij niet altijd een praktiserende moslim is geweest. Hij heeft zich zelfs een tijd lang afgezet tegen de islamitische opvoeding die hij van huis uit meekreeg. Jabri was destijds alleen geïnteresseerd in de wereldgeschiedenis en verdiepte zich daarin om tot een besef te komen van alle leed en onrecht in de wereld. Uiteindelijk is hij juist via die zelfstudie weer teruggekomen bij de religie. Hij las over de islam, het christendom en het jodendom en kwam tot de conclusie dat de laatste twee min of meer de islam uitsluiten, "terwijl de islam is geopenbaard als completering van een plan Gods". De islam is voor hem de religie die alle facetten van het leven uitlegt en de aspecten van het jodendom en christendom, welke de islam herbergt, aanvult.
Ook doet Jabri een boekje open over zijn geloofsbeleving anno 2005. Het verdiepen in de islam heeft alles te maken met het stellen van levensvragen aan jezelf, zo stelt hij. Het is de uitdaging van de mens deze vraagstukken voor zichzelf beantwoord te krijgen, meent hij. "Deze vraagstukken verschillen per persoon, maar uiteindelijk is alles gericht op het hiernamaals."
Consensus niet-gelovigen en gelovigen blijft uit
Jabri zegt een idee te hebben over waar het fout gaat in de discussies over religie tussen gelovigen en niet-gelovigen. "De gelovige redeneert vanuit een context waarin hij alles kan relativeren tot een tijdelijk iets, dat vervolg krijgt in de oneindigheid. De niet-gelovige redeneert vanuit een context waarin hij alles kan relativeren tot een eindig iets en daar houdt het op." Wat hem pijn doet is dat we als samenleving het uitblijven van consensus - waar het debat in vastloopt - niet willen accepteren.
“Nederland tot 2001 verveeld land”
Jabri verwacht dat het bekvechten over allochtonen en autochtonen wel weer zal zakken op de maatschappelijke en politieke agenda en vroeg of laat plaats zal maken voor een ander thema. "Dit land was tot 2001 overduidelijk verveeld. En het geheel waarmee we nu geconfronteerd worden, is niets meer dan een kalf dat wordt uitgemolken totdat er geen sensatie meer uit is te krijgen."
“Nederland heeft korte tenen”
De publicist hekelt ook de schijnheiligheid van Nederland. Onlangs trof hij die nog aan in de reacties op een uitzending van Peter R. de Vries, waarin de misdaadverslaggever melding maakte van een uitgelekt AIVD-onderzoek over vermeende seksuele escapades van wijlen Pim Fortuyn."Fortuyn blijkt mogelijk een pedofiel die het bijna tot premier had geschopt en we weten niet hoe snel we de hele zaak in de doofpot moeten stoppen. Zoals ik al zei, men heeft in Nederland korte tenen met betrekking tot kritiek op de binnenlandse vuile was. Als iemand dan roept dat andere bevolkingsgroepen geen zelfkritiek hebben, moet ik dan ook altijd heel hard lachen", aldus Mohammed Jabri.
Wat betreft de Marokkanen die in de criminaliteit belanden, redeneert Jabri - al zou hij het misschien nooit toegeven - eigenlijk hetzelfde als de omstreden rechtse Britse publicist Theodore Dalrymple; een voormalig arts die concludeerde dat mensen aan de onderkant van de samenleving nooit de problemen bij zichzelf zoeken, maar in de sociale cultuur die de samenleving hen toedicht. Jabri: "Als je het vaak genoeg herhaalt, gaat men alle Marokkanen op een gegeven moment wel benaderen alsof het allemaal criminelen zijn. Het is inmiddels zo erg dat Marokkanen zelfs geintjes onderling maken, zoals Nederlanders dat doen over Marokkanen. Het bevestigt het negatieve zelfbeeld. Dat laatste doet vooral Marokkanen in Marokko de wenkbrauwen fronzen. Zij zijn zich daar bewust van hun economische situatie, echter, daarnaast ook van hun menselijke waardigheid."
Behouden van eigen normen en waarden
Jabri merkt op dat de grote belangstelling voor problemen met immigranten de afgelopen tijd meer kapot heeft gemaakt dan er opgebouwd is. "Wantrouwen vanuit beide kampen maakt het extra moeilijk om projecten te laten slagen." Zelf accepteert hij dat de Nederlandse cultuur dominant is. "Dat is prima. Immers, dit is Nederland. Het gaat er ook niet om dat de Nederlandse cultuur plaats moet maken voor een Marokkaanse, of iets anders. Het gaat erom dat je de eigen normen en waarden behoudt, zonder dat dit ten koste gaat van je maatschappelijke participatie. Daar is enkel karakter en mentale balans voor nodig. Mensen die dan nog moord en brand schreeuwen vanwege het uitblijven van de assimilatie mogen wat mij betreft hoog in een boom gaan zitten."
Dat behouden van normen en waarden zit hem diep, want daar schort het hier aan volgens Jabri. "Men is blijkbaar in Nederland nog niet klaar voor een Marokkaan die zijn eigen normen en waarden perfect laat samengaan met de Nederlandse samenleving, zonder dat een ander daar last van heeft. Dat is echter mijn persoonlijke winst en alle critici die dit niet begrijpen lijden daarmee aan een tekortkoming waar ik geen boodschap aan heb."
Wat Jabri stoort is dat in het integratiedebat het Nederlanderschap als ijkpunt wordt genomen, terwijl we in het definiëren ervan niet verder komen dan "het wel of niet hebben van de Nederlandse nationaliteit". Daar doe je naar zijn mening “het Nederlanderschap toch echt te kort”.
Nederlandse identiteit en historie
Hij vindt dat het Nederlanderschap zou moeten staan voor culturele identiteit, gevoed door historie van dit land en onderbouwd met bepaalde normen en waarden die nog gelden sinds dat dit land is gesticht. “Het zou moeten gaan om iets waar iedere andere etnisch of culturele identiteit om draait. In mijn beleving komen al deze aspecten nooit aan bod, wanneer men rept over ‘het Nederlanderschap’. Ik denk dat Nederland vanuit cultuur en identiteit iets meer te bieden zou moeten hebben dan alleen een paspoort.”
Dat heeft het ook wel, zegt Jabri. Maar dat wordt volgens hem helaas niet meer ter sprake gebracht. Daaruit concludeert hij dat Nederlanders een gebrek aan kennis hebben over de Nederlandse historie. “Dit land heeft veel meer om trots op te zijn dan alleen een paspoort of het Wilhelmus. Maar dat moet een ieder voor zichzelf maar uitzoeken."
“Autochtonen kunnen niet tegen kritiek”
Waar Jabri geen respect voor zegt te hebben, is "die misplaatste grootheidswaanzin". Die is nooit gebaseerd op de historie van dit land, zegt hij, maar verraadt voor hem niets meer dan een “structurele onzekerheid en minderwaardigheidscomplex”. Om eraan toe te voegen: "In mijn ervaringen kunnen autochtonen niet tegen kritiek. Al helemaal niet als het van een allochtoon komt." Aan 'Nederland als tolerant land' heeft Jabri geen boodschap. "Het is nog altijd een landje met een zeer achterbakse en xenofobische bevolking. Je weet nooit waar je aan toe bent, en tegelijkertijd ook weer wel. Je moet door alle bullshit heen filteren om tot essenties te komen en dat kost veel tijd en moeite. Voor iemand die hier relatief nieuw is, is dat een bijna onmogelijke opgave. Daarom gaat het ook vaak fout bij veel mensen."
“Hirsi Ali is marionet van seculiere extremisten”
Ayaan Hirsi Ali heeft volgens de publicist het integratiedebat totaal verziekt. "Zij is niets meer dan een overgewaardeerde amateur met overduidelijk veel persoonlijk leed, veroorzaakt vanuit opvattingen die allesbehalve islamitisch zijn, maar als islamitisch naar haar vertaald zijn. Dat zij eerwraak en vrouwenonderdrukking aan de kaak stelt is op zich prijzenswaardig. Echter, zij schuift dit in de schoenen van de islam, terwijl moslimmannen heel erg duidelijk is gemaakt hoe zij dienen om te gaan met vrouwen."
Wel wil hij toegeven dat sommige moslims huiselijk geweld vergoelijken met hun geloof. "Dat kun je wijten aan de interpretatie en uitleg die sommige moslimmannen illustreren, maar om de oorzaak hiervan te zoeken in de Koran vind ik een te simpele oplossing. Het is gemakkelijk om het punt van Hirsi Ali te onderbouwen met selectief knip- en plakwerk vanuit de Koran, maar daarmee doe je de context van bepaalde geschriften tekort. Het feit dat vele moslima’s totaal niets moeten hebben van Ayaan Hirsi Ali, zou mij al mijn conclusies hebben doen trekken als ik in haar schoenen stond. Hirsi Ali is echter in mijn ogen niets meer dan een marionet van seculiere extremisten, en dat is ze in mijn ogen altijd geweest."
“Hirsi Ali is aangestuurde robot”
Toch is Ayaan Hirsi Ali nog steeds het icoon in het integratiedebat en Mohammed Jabri vindt dan ook dat de focus op de verkeerde persoon wordt gelegd. Wel is hij bang, dat als ze het veld zou ruimen, er weer een nieuwe voor haar in de plaats komt, "om dezelfde seculiere, extremistische agenda uit te voeren". Hij ziet de VVD-politica als een "bagagecarrier". De breinen achter dit geheel zijn heel andere mensen, analyseert hij. "Hirsi Ali is in mijn ogen ook simpelweg te dom om deze herrie zelf te hebben bedacht. Het feit dat zij geen debat aandurft met mensen met kennis van zaken, verraadt ook al heel wat. Het is een aangestuurde robot, die nederig uitvoert wat haar ‘meesters’ haar opdragen. En dan moet zo iemand voor vrouwen opkomen? Ik lach me stuk."
“Moslimjongeren willen gewoon studeren en werk”
Als geen ander begrijpt hij waarom moslimjongeren zich afzetten tegen de islamkritiek van Hirsi Ali. "Dat doen ze al vanaf het begin dat deze hetze is gestart. Die jongeren willen het liefst niets anders dan gewoon studeren, aan het werk en een leven opbouwen. Als je in die economische rechten al wordt belemmerd omdat hetgeen waar je als persoon voor staat en in gelooft een probleem is voor ‘andersdenkenden’, dan klopt er duidelijk iets niet. Maar om te denken dat mensen hun geloof zullen laten vallen om de buurvrouw te behagen, zal je nog van een koude kermis doen thuiskomen."
Het verbaast Jabri dan ook niet dat jongeren in eerste instantie jihadistische extremen aangrepen om een punt te maken. Maar, zo voegt hij eraan toe, "godzijdank lijken steeds meer jongeren te beseffen dat een fysieke jihad vanuit islamitisch oogpunt niet in de Nederlandse situatie is toegestaan".
“Voor mij betekent de islam vredelievendheid”
Tot slot aan Mohammed Jabri de vraag wat al die kritiek op moslims met hem als persoon heeft gedaan. "Het heeft mij aan het denken gezet. Waar ik in het verleden de islam en mijn moslim-zijn voor vanzelfsprekend nam, leek het ineens niet meer vanzelfsprekend”, aldus Jabri.
Het heeft hem doen afvragen “waar iedereen nou zo over zit te zeiken”. Voor hem betekent de islam “vredelievendheid, rechtvaardigheid en menselijke waardigheid, geschonken door Allah”. Dat was en is, zo zegt hij, “voor mij de islam in een notendop, hoe mijn vader dat op mij overbracht”.
Vrouwenonderdrukking was in zijn ouderlijk huis een onbekend verschijnsel. “De manier waarop mijn moeder wordt behandeld, de positie die mijn twee jongere zussen innemen in het leven van het gezin waaruit ik voortkom, ik dacht: wat nou vrouwenonderdrukking?” Hij verwijt de islamcritici die zijn geloof daar keer op keer mee in verband brengen, dat zij zitten te “ijlen uit hun nekharen”.