Voor de nieuwe lichting studenten, geboren in de tweede helft van de jaren tachtig, draait alles om gemak, genot en gewin. Ze knippen- en plakken maar wat bij elkaar, feiten kennen ze niet en hun Nederlands is ver-sms’t. Hangen ze niet op straat rond, dan surfen ze wel doelloos over het internet. Vervuld van eigenbelang en wars van idealen…
Tot zover het beeld van de ‘vroeger-was-alles-beter’-docent over de ‘jeugd van tegenwoordig’. Docenten die hun liefde voor het hoger onderwijs hebben verloren in een steeds competentiegerichter schoolsysteem. Docenten ook die met tegenzin aan de e-mail gingen en het internet hebben leren gebruiken als bibliotheek. Voor deze heren en dames op leeftijd, die dachten met een computercursus de kloof met de jongere generatie te kunnen overbruggen, ziet de toekomst er nog somberder uit dan gedacht.
Kloof tussen twintigers en tieners
De aankomende studenten, die zich in het weekend met Breezers uitleven op technobeats, vormen namelijk de voorhoede van wéér een nieuwe generatie studenten. Zelfs oudere broers en zussen hebben nauwelijks nog inzicht in hun leefwereld. “Het verschil met twintigers is levensgroot”, stelde reclamemaker Inez Groen in De Volkskrant van 22 juni. Ze illustreert het als volgt: “Studenten van Hogeschool Inholland hebben eens onderzoek gedaan onder scholieren en het wederzijdse onbegrip was enorm. Studenten e-mailen nog. Dat vinden scholieren belachelijk. Je wacht gewoon tot iemand online is, dan heb je echt contact.”
Sterker, slimmer en socialer
Nu draait het om meer dan een andere manier van communiceren. Groen breekt namelijk met het vooroordeel dat 12- tot en met 18-jarigen slechts op gemak, genot en gewin uit zijn. Dat zijn kenmerken van de Generatie Nix, de patatgeneratie, ofwel de twintigers en dertigers van nu. De nieuwe lichting is volgens Groen slimmer, sterker en socialer. Het is de ‘Generatie Einstein’, schrijft ze in haar gelijknamige boek. “Einstein liet zien hoe je uit totale chaos je eigen orde kunt scheppen; precies wat deze jongeren doen.”
‘Ze leven in een totaal andere wereld’
We spreken ervaringsdeskundige Rick Rindertsma over dit fenomeen. Rindertsma is 26 jaar en heeft het vorige cursusjaar als HBO-stagiaire les gegeven aan leerlingen SPW op ROC Aventus in Deventer. Precies de opleiding die hijzelf ook acht jaar geleden volgde. Veel van zijn leerlingen, in de leeftijd van 16 t/m 20 jaar, zijn inmiddels doorgestroomd naar het HBO. “Ze leven in een totaal andere wereld dan ik destijds”, legt hij uit. “Voor samenwerkingsopdrachten komen ze niet meer naar school, dat bespreken ze via MSN. Ik vroeg een leerling daar laatst naar. Die zei: ‘Ik voer dan met vijf mensen tegelijk gesprekken over soaps, uitgaan en muziek en met één doe ik dan een opdracht samen.’” En als ze niet uit een opdracht komen, weet Rindertsma, “dan tikken ze ‘SPW’ als zoekopdracht in op Hyves (populaire profielensite, SdJ) en vragen een onbekende opleidingsgenoot - waar die zich ook in Nederland bevindt - om verslagen door te MSN’en.”
Meer emoticons dan tekst
Terwijl we in gesprek zijn met Rindertsma, klinkt er opeens een ‘bliep’ uit zijn computerluidsprekers. “Oh, dat is een leerlinge van mij. Die spreekt mij nogal eens aan via MSN, omdat ze me gevonden heeft via Hyves. Iedereen checkt elkaar, dus ook de jonge docent. Dat hele Hyves zegt veel. Foto’s, berichtjes van vrienden, waar ze werken, een dagboek, hun hele privé-leven gooien ze online.” Rindertsma opent zijn Hyves-profiel om te laten zien om wat voor berichtjes het gaat. “Kijk deze”, zegt hij terwijl een pagina verschijnt met meer emoticons (gezichtjes die een gemoedstoestand uitdrukken) dan tekst. “Wij twintigers gebruiken die dingen om te laten zien hoe we iets bedoelen, als toevoeging. Maar dit meisje schrijft in emoticons en afkortingen; het voegt niet zo zeer iets toe aan de boodschap, het vervangt de boodschap. Mijn oudere collega’s begrijpen er niks van, ik de helft.”
Er komen wat paperassen op tafel. “Kijk, dit soort verslagen leveren ze in. Dat jargon, of hoe je het ook noemen wil, gebruiken ze in mindere mate ook in hun opdrachten voor school. “Het woord ‘echt’ schrijven ze steevast met een ‘g’. En ‘even’ vervangen ze door ‘ff’. Ik schrok er eerst wel van. Leerlingen die gewoon heel slim zijn, kunnen nauwelijks meer spellen. Als ik hen erop aan spreek zeggen ze: ‘Rick, doe niet zo moeilijk, dit is MSN- en SMS-taal.’ Ze weten soms ook gewoon niet beter en groeien ermee op. Ze gebruiken afkortingen, geen leestekens. De zinsbouw is vaak krom en kort.” Hoewel Rindertsma het schoolvoorbeeld is van een docent die er plezier uit haalt om zijn lessen aan te sluiten op de belevingswereld van leerlingen, maakt hij zich toch wel zorgen om deze taalverloedering. “Ik blijf ze op die taalfouten wijzen. Een docent moet dat niet zo maar laten. Nederlands is ook gewoon een kwestie van stampen en regeltjes leren.”
‘Ze prikken dwars door onzin heen’
Rindertsma heeft er weinig vertrouwen in dat oudere docenten bij machte zijn om op deze nieuwe leefwereld in te haken. “Het enige wat zij kunnen doen is vragen, vragen en nog eens vragen; toon oprechte interesse in deze jongeren! Wanneer je het contact verliest, niet meer weet hoe ze leven, dan haken ze echt af. Ze kunnen bijvoorbeeld, onder de tafel, blind antwoorden door sms’en aan een klasgenoot. Wat docenten doorhebben is maar het topje van de ijsberg.”
“Dit is de eerste generatie die gewend is aan een overload van informatie, 24 uur per dag 7 dagen per week”, licht Jeroen Boschma, de co-auteur van ‘Generatie Einstein’, toe in dagblad Trouw van 28 juni. Hij meent dat de oudere garde dit moet opvatten als een waarschuwing. “Jongeren van nu leven in ónze wereld, maar snappen die beter dan wijzelf. Ze prikken dwars door onzin heen. Ze beoordelen nieuws als journalisten en kijken naar reclame als reclamemakers.”
Met hippe doelgroepcampagnes - zoals die momenteel gevoerd worden door hogescholen - zijn Einsteiners dus slecht te bereiken. Het gaat hen volgens Boschma om de beschikbaarheid van informatie en de wijze waarop ze met media, onderwijs en politiek in contact kunnen treden. “Bij eenrichtingscommunicatie haken Einsteiners af.” Aan gekunsteld populair gedrag hebben ze een broertje dood. “Authentiek zijn. Jezelf zijn. En ergens zelf voor 100 procent in geloven – dát spreekt deze jongeren aan.”