Studenten maken nog steeds geen optimaal gebruik van hun rechten op het gebied van medezeggenschap, staat in een rapport van het ministerie van Onderwijs. Naar verluidt zal staatssecretaris Rutte de medezeggenschap van studenten gaan versterken in de nieuwe wet op het Hoger Onderwijs.
Dat is goed nieuws. Ook de manier waarop de wet tot stand komt lijkt weinig reden om de wenkbrauwen op te trekken. Studentenorganisaties als de LSVb, het LOF en SOM hebben hun wensen kenbaar kunnen maken in de opzet van de wet. Het nieuwe systeem moet bevorderen dat het bestuur door medezeggenschap overtuigd wordt en vice versa. Toch zal de wet weinig meer opleveren dan een aangescherpt statuut, waarin bevoegdheden van de medezeggenschapsraad worden opgerekt dan wel een wettelijke basis krijgen. Regelingen die gaan over instemmingsrechten op het gebied van de onderwijs- en examenregeling, studentenvoorzieningen, instellingsplannen. En over adviesrecht op het gebied van begroting, personeels- en benoemingsbeleid, enzovoorts.
De medezeggenschapsraad heeft dus iets weg van een gemeenteraad. En de raad van bestuur lijkt in die zin op een college van burgemeester en wethouders. Een dergelijk stelsel voor Hoger Onderwijs-instellingen met meer dan tienduizend studenten en medewerkers is geen overbodige luxe. De belangen van de studenten worden, formeel gesproken, vertegenwoordigd. Maar weet die medezeggenschapsraad, bestaande uit studenten, wel wat hun studiegenoten willen? Of geeft het feit dat zij zelf studenten zijn al genoeg legitimatie om op te treden als spreekbuis?
Ik denk van niet. Want net als een gemeenteraad, zal ook een medezeggenschapsraad vervreemden van de mensen die zij vertegenwoordigt. Wat ik mis in het ontwerpwetsvoorstel is dus niet de inspraak van de medezeggenschapsraad in het bestuur – dat lijkt wel goed te zitten -, maar de wijze waarop de belangen van studenten in kaart gebracht kunnen worden, hoe de vinger aan de pols van de student gehouden kan worden. En daar zou het werkelijk om moeten gaan, daarvoor is een medezeggenschapsraad, toch?
Als de inzet van het nieuwe plan ‘meer inspraak’ is, dan valt er nog wel een blik aan democratische tools open te trekken. Denk bijvoorbeeld aan de buurtsites van de gemeente Rotterdam. Wethouder Pastors geeft bewoners subsidie om een eigen site te beheren, waarop zij problemen in de wijk kunnen bediscussiëren en ideeën kunnen opperen voor de inrichting van hun wijk. De sites worden beheerd door ambtenaren, die verslag uitbrengen aan de gemeenteraad. Zou het daarom geen goed idee zijn om klassensites te ontwikkelen die geadopteerd worden door leden van de medezeggenschapsraad?