Met het schrappen van Erdinç Saçan als PvdA-kandidaat voor de parlementsverkiezingen, heeft het PvdA-bestuur nog steeds een geloofwaardigheidsprobleem. Op nummer 2 staat namelijk de Turks-Nederlandse Nebahat Albayrak. Zij liet dinsdag aan Trouw weten twijfels te hebben over de toedracht van de Armeense genocide. Saçan sloot zich bij haar standpunt en formulering aan, maar het partijbestuur nam daar geen genoegen mee.
Erdinç Saçan kreeg dinsdag nog één kans van het PvdA-bestuur. Indien hij zich onvoorwaardelijk bij het fractiestandpunt zou neerleggen dat in Armenië genocide heeft plaatsgevonden, zou zijn kandidatuur voor de parlementsverkiezingen van kracht blijven. Saçan antwoordde dat hij "zonder grondige studie ter zake" geen stellig standpunt in kan nemen over de Armeense kwestie. In een persverklaring laat hij weten dat de PvdA hem "geslachtofferd" heeft.
CDA’ers draaiden wel bij
Saçan kwam in opspraak toen bekend werd dat hij op internet een chatbox beheerde waar eerder dit jaar mensen discussieerden die de Turkse volkerenmoord ontkennen, waar naar schatting in 1915 1,5 miljoen Armeniërs omkwamen. Saçan, die 53e op de lijst stond, bleek niet het enige aspirant Kamerlid dat vraagtekens bij deze volkerenmoord zet. Ook de voormalig CDA-kandidaten Osman Elmaci (nummer 56) en Ayhan Tonca (nummer 35) hebben de genocide in het verleden ontkend. Tonca en Elmaci besloten, in een poging hun kandidatuur veilig te stellen, zich alsnog neer te leggen bij het CDA-fractiestandpunt. Maar omdat hun geloofwaardigheid een ernstige deuk had opgelopen, besloot het partijbestuur hen toch te schrappen.
Erkenning genocide van belang voor toetreding Turkije
De Armeense kwestie ligt zo gevoelig omdat de Tweede Kamer de genocide in 2004 formeel en unaniem heeft erkend. Op initiatief van de Christenunie werd afgesproken dat de regering, bij toetredingsonderhandelingen over Turkije, dit punt telkens aan de orde moet stellen. Vooral europarlementarier Camiel Eurlings maakt zich hier keer op keer hard voor.
Uitzonderingspositie voor Nebahat Albayrak
Toch is het schrappen van Saçan, die nu Statenlid te Noord-Brabant is, niet helemaal te begrijpen. Want op de nummer 2 prijkt de naam van de Turks-Nederlandse Nebahat Albayrak. Aan Trouw liet zij dinsdag weten te twijfelen aan de toedracht van de gebeurtenissen in 1915. Met andere woorden: of er wel echt sprake was van een vooropgezet Turks plan voor volkerenmoord. Albayrak sluit namelijk niet uit dat Turkse regering gelijk heeft met het verwijt dat de Armeniërs in de Eerste Wereldoorlog collaboreerden met de Russische vijand. In die zin is er volgens haar eerder sprake van een uit de hand gelopen oorlogsdaad, die niet zomaar 'genocide' mag heten. Ook spreekt Albayrak tegen dat er 1,5 miljoen Armeniërs zijn omgekomen. Zevenhonderdduizend lijkt haar een waarschijnlijker aantal.
Nadat Saçan kennis had genomen van het interview met zijn partijgenoot, liet hij aan het bestuur weten dat Albayraks standpunt en formulering gelijk is aan de zijne. "Ik heb het direct kenbaar gemaakt, maar het partijbestuur nam hier echter geen genoegen mee", aldus Saçan. Albayrak heeft zo gezien een uitzonderingspositie in de partij, alleen zij mag twijfels hebben over de toedracht van de volkerenmoord. Andere kandidaten, in dit geval Saçan, moeten zich onverkort neerleggen bij het fractiestandpunt.
‘PvdA meet met twee maten’
Saçan werd dinsdag met een sms-je voor het blok gezet, welke als volgt luidde: "Ik bel je om 10:15. Dat is je allerlaatste kans. Ik verwacht een ‘ja’ op twee vragen: 1. Steun je het standpunt van de tweede kamerfractie dat in Armenië een genocide heeft plaatsgevonden? 2. Zul je dat bevestigen als de pers ernaar vraagt? Ik wil ook per e-mail een schriftelijk antwoord op deze twee vragen." Saçan: "Naar mijn gevoel werd er met twee maten gemeten. Ik kreeg niet de ruimte die kennelijk anderen wel werd gegund. In plaats daarvan werd ik door het partijbestuur nog dezelfde ochtend onder druk gezet om binnen een half uur een beslissing te nemen."
‘Ik ben geslachtofferd’
De ex-kandidaat betreurt de houding van de PvdA ten zeerste. "Ik ben om deze zaak geslachtofferd." In zijn persverklaring verwijst hij naar uitspraken van Groenlinks-europarlementariër Joost Lagendijk dat partijen niet van individuele kandidaten mogen verlangen dat zij een standpunt innemen over deze kwestie, waarover wereldwijd politiek maar tevens wetenschappelijk nog zoveel discussie bestaat. "Ik heb mij vooral gestoord aan de manier waarop ik door de partij ben afgeserveerd. Bij het CDA hadden zij tenminste nog het fatsoen dit met hun kandidaten uit te praten in een persoonlijk gesprek. Bij de PvdA werd ik door middel van sms en telefoon voor het blok gezet. Dit terwijl ik jarenlang mij voor de partij heb ingezet en mij aan haar heb gecommitteerd."