Politici hebben een serieus probleem als hun
uiterlijke presentatie op televisie slecht overkomt. Het Virtueel
Lijsttrekkersdebat trachtte daarom boodschap van bijzaken te scheiden.
Het experiment slaagde. Slechts één aanpassing is nodig om de kwaliteit
en de toegankelijkheid van het verkiezingsdebat nog verder te vergroten.
Iedereen was het erover eens. Het wonderlijk televisiedebat na de
gemeenteraadsverkiezingen was een klinkende overwinning voor Pim
Fortuyn. De verliezers hielden de dagen erna een pleidooi voor meer
inhoud en minder geschreeuw. Veel indruk maakte dat niet meer. Het
beeld dat in de media bleef domineren was dat van een zure,
onderuitgezakte Melkert en een machteloze, geïrriteerde Dijkstal: een
stel aangeslagen boksers.
Ook de
redactie van Politiek-digitaal zag het met enige verbazing aan. Het
debat riep nogal wat vragen op. Hoe elimineer je het uiterlijk van de
lijsttrekkers? Is het mogelijk een debat te voeren op de inhoud, zonder
poeha, zonder opsmuk en zonder theater? Politiek-digitaal introduceerde
het experiment Virtueel Lijsttrekkersdebat. Daarbij werden de
uitspraken van de lijsttrekkers over veiligheid, de multiculturele
samenleving en politieke vernieuwing in een discussieforum geplaatst.
Met de mogelijkheid voor de bezoeker te stemmen op bijdragen of zelf
een reactie te geven.
Na de verkiezingen van 15 mei was het tijd om de balans op te maken. In
totaal werden meer dan 100 inhoudelijke bijdragen geplaatst. En er
werden maar liefst 5500 stemmen uitgebracht. Een duidelijke winnaar of
verliezer leverde dat niet op. Het stemgedrag van de bezoekers levert
een divers beeld op. Een scherp contrast met de verkiezingsuitslag van
15 mei.
Verkiezingswinnaar Jan-Peter Balkenende kreeg in het online debat veel
steun voor uitspraken over de multiculturele samenleving en het recht
op veiligheid. Maar ook 'verliezer' Thom de Graaf deed het erg goed in
dat debat. De meest populaire uitspraak (96% eens) over grootstedelijke
veiligheid komt op zijn naam. Vooral met kritiek op
inburgeringscursussen scoorden veel lijsttrekkers hoog: SP-leider Jan
Marijnissen (' te lange wachttijden voor inburgeringscursussen');
Balkenende ('cursussen functioneren niet goed'); Dijkstal ('eerst de
taal leren') en zelfs GroenLinks ('desnoods uitkering stopzetten').
Rosenmöller was ook succesvol op het gebied van veiligheid. Zo ontving
zijn plan om gemeenten zonder (afdoende) rampenplan onder curatele te
stellen 89% steun. Gezien het grote aantal stemmen ontstond de meeste
commotie over uitspraken voor en tegen de multiculturele samenleving
van respectievelijk Melkert en Balkenende. Een onderlinge discussie
tussen beide over veiligheid leverde de minst populaire uitspraak op.
Balkenende beschuldigde de PvdA ervan te weinig te hebben gedaan aan
veiligheid. Het verweer van Melkert - '3500 extra agenten, miljarden
guldens extra' - ontving bijval van maar 19% van de stemmers.
Er bestaat géén verband tussen uiterlijk en electoraal succes van
(kandidaat-) Kamerleden. Dat is de conclusie van het onderzoek Charming-or-Alarming.
De verklaring daarvoor is dat kiezers nauwelijks de gezichten van de
kandidaten kennen. Maar dit geldt natuurlijk niet voor de lijstrekkers.
In campagnetijd kun je niet om hen heen. Zelfs niet in je favoriete
kookprogramma of spelshow. Zij vormen het boegbeeld van de partij:
binnen de campagnestrategieën staan zij centraal. Partij en
partijleider zijn onlosmakelijk verbonden. Balkenende is het CDA. Om
over de LPF nog maar te zwijgen.
Als de kiezer de partij direct associeert met de
lijsttrekker (en andersom) is hun uiterlijk wel degelijk van belang.
Dat ondermijnt de intentie van het Virtueel Lijsttrekkersdebat. De
makers wilden juist vorm en inhoud scheiden. Foto's van de lijstrekkers
zijn weliswaar weggelaten. Maar bij het zien van partijlogo's zullen
bezoekers wellicht alsnog direct een associatie met de lijsttrekker
maken. Het uiterlijk wordt dus niet geëlimineerd en speelt nog steeds
een bepaalde rol.
Gelukkig ligt een oplossing voor de hand: de uitspraken 'anonimiseren'. Ken je lijsttrekker
gaf bijvoorbeeld op basis van het onderschrijven of verwerpen van
citaten van lijsttrekkers een stemadvies. Deze kieshulp liet iedere
bronvermelding (partijlogo, naam) weg totdat er op gestemd was
(eens/oneens). Pas dan kan een bezoeker een puur inhoudelijke keuze
maken, zonder onnodige afleiding.
Het experiment Virtueel Lijsttrekkersdebat is geslaagd. Met een aantal
kleine aanpassingen kan het bij volgende verkiezingen nog beter
bijdragen aan de kwaliteit van het verkiezingsdebat en de
toegankelijkheid daarvan voor kiezers. En het kan uitkomst bieden voor
minder mediagenieke lijsttrekkers, die liever inhoudelijk debatteren.
Maar de belangrijkste democratische waarde van het instrument is dat de
surfende kiezer zowel kwantitatief (door stemmen) als kwalitatief (door
reacties) de politici in campagnetijd van repliek kan dienen.